Het provinciale natuurbeleid is verbreed naar beleven, benutten en beschermen. Daarmee is er meer aandacht voor groen en biodiversiteit in de bebouwde omgeving. Dit verhoogt de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de bebouwde omgeving.
Groen en natuur in de directe nabijheid wordt door de Overijsselse bevolking hoog gewaardeerd (Natuurbelevingsonderzoek TNS-NIPO 2015). Wegen en gebouwen bieden veel kansen voor het benutten, beleven en beschermen van onze natuur. Een aantal soorten, zoals de huismus, gierzwaluw en vleermuis is grotendeels afhankelijk van onze woningen voor hun verblijf en/of broedplaatsen. Infrastructuur is niet alleen een obstakel, maar kan een belangrijk onderdeel zijn van de natuur, bijvoorbeeld door als verbindingsstrook te fungeren tussen leefgebieden voor verschillende plant- en diersoorten. Meer aandacht voor de natuur en diersoorten in de ontwerp-, bouw-, renovatie- en beheerfase van gebouwen en infrastructuur vergroot de beleefbaarheid van de natuur en haar nut voor mensen, planten en dieren. We noemen dit natuurinclusief werken.
Door natuurinclusief ontwerpen al vroeg in de planfase van bouw- en infrastructuur toe te passen, ontstaan kansen voor zowel natuur als economie. Het wordt gemakkelijker om vergunningen en ontheffingen voor projecten en ontwikkelingen te verstrekken, condities voor plant- en diersoorten worden verbeterd en er ontstaat meer ruimte voor inwoners om groen te beleven. Ook draagt natuurinclusief werken bij aan diverse andere opgaven in de bebouwde omgeving, zoals klimaatadaptatie, duurzaamheid en gezondheid en welzijn van inwoners. Natuurinclusief werken is daarmee sterk verbonden met het vergroenen van steden en dorpen.